Grappig, ik lees net dat meneer Matisse wat moeite heeft met de traditionele lofschotel. Had ik vroeger ook last van en thuis, wanneer de lof uit de oven op tafel kwam, kreeg ik lof als rauwkostsalade. Want dat lustte ik dan weer wel. Ondanks de veel gehoorde klacht dat lof niet meer zo bitter is als vroeger, denk ik dat lof nog steeds niet in de top-10 groenten van kinderen staat. Gisteren weer eens lof met ham en kaas maar wel volgens, aangepast, recept van Jane Grigson uit het Groentekookboek.
Nodig: 6 stronkjes lof, 6 plakken ham, mosterd, 2 eetlepels boter, 1 gesnipperde ui, 2 eetlepels bloem, 3 dl bouillon (groenten of rund), 3 dl melk, zout, peper, nootmuskaat, geraspte kaas.
Bereiden: maak de lof schoon en kook (afhankelijk van dikte) tien tot vijftien minuten. Terwijl de lof kookt, fruit je in een pannetje de ui met de boter tot de ui glazig is en daarna voeg je de (gezeefde) bloem toe. Goed roeren tot de massa wat pruttelt maar niet bruin laten worden! Voeg scheutje voor scheutje de bouillon toe en daarna de melk. Overigens neem ik het niet zo nauw met de hoeveelheid melk: ik verbruik in dit recept bij lange na niet de aanbevolen 3 dl. Een beetje op het gevoel dus. Kruid dit bij met peper, zout en nootmuskaat. Zet het vuur nu uit en voeg de geraspte kaas toe. Ook hier kijk ik niet echt naar de hoeveelheden. Meestal gebruik ik Parmezaanse kaas en ik schat hooguit zo'n 75 gram. Goed doorroeren tot de kaas gesmolten is. Smeer op elke plak ham wat mosterd dun uit. Teveel mosterd geeft een te overheersende smaak, zo heb ik ondervonden! Wikkel de lofstronkjes in de plakken ham en leg deze in een ovenschaal. Giet de saus er over en bestrooi de schotel met wat geraspte kaas. Zet de schaal een half uur in de oven op zo'n 190 graden. Eet smakelijk.