En dan ook nog dat je erbij moet blijven, blijven roeren tot je een ons weegt. Bouillon blíjven toevoegen. Nwah, nee dus. Jullie begrijpen, risotto maak ik niet vaak. En dan het resultaat: ik vind het meestal tegenvallen. In ieder geval niet zo lekker wanneer ik een goede risotto elders krijg voorgeschoteld.
Maar dit keer was ik redelijk in mijn nopjes. Niet naar de zojuist aangeschafte verpakking gekeken. Daar staat toch gegarandeerd 20 minuten op. Maar gewoon uit de losse pols.
Voor twee personen gebruikte ik:
Verhit de bouillon in een pan en laat deze op het fornuis staan met het vuur laag gedraaid. Snij de houtachtige uiteinden en de kopjes van de asperges af. Gooi de houtachtige uiteinden weg en bewaar de groene kopjes (vanzelfsprekend!). Snij de rest van de overgebleven asperges in kleine stukjes. Blancheer de kleine aspergestukjes in de bouillon en voeg na een paar minuten nog even de kopjes toe. Zeef alle aspergestukjes uit de bouillon en leg deze apart.
Verhit olie in een pan met dikke bodem en fruit het gesnipperde sjalotje tot deze glazig is. Doe de risotto erbij en roer goed om totdat de korrels bedekt zijn met een laagje vet. Blus dit vervolgens af met de witte wijn. Doe er de saffraandraadjes bij en voeg wat zout en peper toe.
Wanneer de wijn verdampt is, overschakelen op fase 2: het lange wachten en erbij blijven. Schenk telkens een soeplepel bouillon erbij, blijf roeren totdat de risotto al het vocht heeft opgenomen. Blijf dit herhalen. Halverwege heb ik de aspergestukjes, behalve de groene kopjes, toegevoegd. Ik ben dit keer maar af en toe weggelopen nadat ik een forse soeplepel bouillon had toegevoegd en een keer doorgeroerd had om vervolgens na een minuur of vier te kijken hoe het met de absorptie ging.
Ditmaal klokte ik 28 minuten toen ik eindelijk tevreden was over de gaarheid en consistentie van de risotto. Op de 26 minuten exact gingen de aspergepuntjes erbij. Haal de pan van het vuur en voeg een klont boter en een handvol geraspte Parmezaanse kaas toe. Doorroeren en serveren maar. Ik weet: het kan nog beter maar ik ben op de goede weg!