Het volgende recept komt uit het boek
Recettes pour bien vivre. Het blijft trouwens leuk koken uit dit boekje. In de omschrijving staat: serveer (op een warme dag) de koude visjes uit de marinade met een schep pistou, tomatensla en lekker brood. Hoe toepasselijk, deze haakjes want als ik op warm weer ga rekenen kan ik zolangzamerhand wachten tot ik een ons weeg en dus aten wij dit -Bart, Iris en ik-, terwijl de regen kletterde tegen de ruiten. Ik vond zelf: voor herhaling vatbaar.
In het recept voor vier personen werd uitgegaan van acht kleine mulletjes maar ik nam er vier omdat dit niet het enige was wat we zouden eten. Die kleine mulletjes heb ik laten fileren bij de visboer op de Albert Cuypmarkt maar dat nam niet weg dat ik thuis nog elke filet met een pincet moest nalopen. Daar ga ik volgende keer wel wat van zeggen, want dan kan ik net zo goed zelf de vissen fileren.
Enfin, verder heb je nodig: 1 ui, 1 stengel bleekselderij en 1 wortel (alle drie fijngehakt), 1 groot glas witte wijn, 1 theelepel rode wijnazijn, 1 takje peterselie, 1 laurierblad, 1 takje tijm, enkele peperkorrels en zout.
De beschrijving vond ik niet geheel duidelijk en ik deed het als volgt. Doe alle ingrediënten (behalve de vis) in een pan en laat dit mengsel (voeg eventueel wat water toe) een half uur op het vuur zachtjes koken. Doe daarna de visfilets in de pan en pocheer deze vier minuten in het vocht. Haal de pan van de hittebron en laat de filets in het vocht afkoelen en zet daarna de pan in de koelkast zodat de visjes door en door koud worden. Schik de visjes op een schaal en serveer met pistou (4 el olijfolie, sap van halve citroen, 4 takken basilicum, 1 tak dragon, 4 sprieten bieslook, 1 teen knoflook, zout en peper). Echt lekker!