25 mei 2013

Aubergineplantje doet het goed!



Ook de Intratuin doet al een tijdje mee aan de eetbare tuin en had zelfs twee maanden geleden aubergineplanten in de reclame. Het moet niet gekker worden! Ik ben zo’n persoon die de verleiding niet kan weerstaan en was toch wel erg nieuwsgierig hoe zo’n plant zich ontwikkelt. Bovendien had de plant bij aanschaf leuke, roze bloemetjes en alleen daarom al misstaat zo'n ding niet. 

Et voilà, zie hier -ondanks deze, barre, compleet mislukte takkelente- een tussentijds resultaat. Ik tel maar liefst zes aubergines. Het ziet er naar uit dat 'de groei en bloei' van aubergines op het balkon een minder zinloze exercitie is dan tuinbonen opkweken.

13 oktober 2012

Umami: mmm, lekker!


Umami is, jawel, de vijfde smaak naast bitter, zuur, zout en zoet. De smaak is niet eenvoudig uit te leggen,  het is de smaak van eiwitten. Maar waar smaken eiwitten naar? Het hoe of wat van deze ontdekking, daarvoor moeten we terug naar 1908 in Japan. De scheikundige Kikanae Ikeda wilde weten welke stof nou bepalend was voor de smaak van dashi-bouillon en kwam tot de conclusie dat vooral glutaminezuur de smaak bepaalt. Dat is kennelijk een van de zuren die de bouwsteen vormt voor eiwit. Ik ga daar niet verder op in want je raadt het al, mijn kennis van scheikunde is van een zeer bedenkelijk niveau. Om de geschiedenis van umami hier kort te houden: lees vooral Etenschap van wijlen onderzoeksjournalist Rob Sijmons (Uitgeverij Contact, 2001). Die legt het allemaal veel beter uit dan ik zou kunnen.

 
Eiwitrijkvoedsel als ansjovis, (oude) kaas, zeewier, sardientjes, gedroogde paddestoelen, oesters, tomaat: allemaal umami. Doperwtjes, kip, krab en aardappel: ook al umami. Maar wat moet je met deze kennis? Je kunt bijvoorbeeld 'umami-ervaring' opdoen met het boek Umami van Laurent Seminel (Terra, 2012). Hierin wordt een opsomming gegeven welke ingrediënten een hoog ‘umami-gehalte’ hebben, gevolgd door goede recepten die je dag-in-dag-uit een ‘smaakexplosie’ in de mond geven.

Je kunt natuurlijk ook, net zoals ik, tegen een tube umami aanlopen. In dit geval bij Kingsalmarkt, een hele puike supermarkt in Amstelveen. Wat zit er in? Tomatenpuree, ansjovispasta, zwarte olijven, gedroogde paddestoelen, (balsamico) azijn, Parmezaanse kaas, citroenzuur, olijfolie, zout en suiker. Even de checklist erbij: een tubetje met een wel heel erg hoog umami-gehalte.

Waar smaakt het naar? Umami? Tja, lekker dus: pittig, zout, hartig. Ik proef duidelijk ansjovis, tomaat en ook kaas. Die gedroogde paddestoelen proef ik ook vaag. Maar wat doe je er mee, met zo’n tube dus? Volgens de verpakking besmeer je er toastjes, brood, croutons mee. Of je voegt een kloddertje ‘umami’ toe aan dipsauzen, dressings en mayonaise. Voeg toe aan marinades. Of heerlijk met kaas, koud vlees en eieren. Of wrijf er nog te bereiden vlees mee in en zo ook: kip, vis, tofu. Doe het in je risotto, op pizza’s, in soep, vleessauzen, chili con carne en andere stoofpotten. Ik som hier slechts op wat op de verpakking staat. Conclusie: stop het toch overal in! ‘Taste #5 umami paste for mouth-watering results’. Voor meer info: www. laurasanttini.com.

Ik ga het zeker gebruiken. Gewoon de proef op de som nemen: mayonaise met en mayonaise zonder umami, dressings met en zonder. Zoiets dus. Ben benieuwd of eventuele mee-eters verbijsterd zullen zijn door de ultieme umami-beleving die ik ze ga geven.

Om even terug te komen op het aangehaalde werk van Rob Sijmons: je kunt behalve de aanschaf van het boek Umami of zo'n dure tube umami ook een derde beproefde methode gebruiken om je gerechten die umami-oppepper mee te geven. Je kunt een zakje glutamaat kopen, dat is namelijk heel goedkoop. Ik citeer Rob Sijmons: 'de officiële chemische aanduiding is mononatriumglutamaat, naar de Engelse term afgekort tot MSG. In de Chinese winkel heet MSG ve-tsin'.


8 september 2012

Moussaka van Sarah Raven


De vraag 'wat zullen we nu weer eens eten' los ik soms op door een goed kookboek open te slaan en exact een recept te volgen. Ik kijk natuurlijk wel uit welk kookboek ik uit de kast trek. Dus niet: 'Artusi' of 'Worst, paté en andere charcuterie uit de Franse keuken' want dat schiet niet op. Wel: het eerder besproken 'Vers uit de tuin' van Sarah Raven. En dan een beetje mikken op het openslaan zo rondom de maanden augustus en september. Dat bepaalde dus de 'keuze' voor moussaka. En ik moet zeggen dat ik deze variant een van de lekkerste vind, of dan toch wel meest bijzondere is, die ik tot nu toe heb geproefd. Wees gewaarschuwd: kaneel en piment spelen een behoorlijk dominante rol.

Voor een schaal (die van mij meet 24 x 24 en is 6 centimeter diep) heb je nodig:

Een halve liter tomatensaus. Deze maak je dus zelf van 1 kilogram ontvelde, doch niet ontdaan van zaad, tomaten. In een pan fruit je eerst in 2 eetlepels olijfolie een fijngesnipperde grote ui aan en vervolgens doe je de in stukken gesneden tomaten erbij, 2 tenen knoflook, 1 eetlepel tomatenpuree, 1 eetlepel fijngesneden oregano, 1 theelepel suiker, 200 ml rode wijn, zout en zwarte peper. En dan fijn laten pruttelen tot een lekkere dikke tomatensaus (40 minuten tot een uurtje). Je zult meer hebben dan de benodigde halve liter voor dit recept, de rest vries je gewoon in.

Terwijl de tomaten pruttelen in de pan kun je alvast een kilo aubergines overdwars snijden, invetten met wat olijfolie en in de oven zetten die je al hebt opgewarmd op 180 graden. Bak de aubergines zacht en bruin (af en toe even kijken en voelen).

Maak vervolgens het gehaktmengsel. Fruit eerst een gesnipperde ui aan, voeg 450 gram gehakt toe (rund/lams), een halve theelepel piment en een halve theelepel kaneel, zout, peper en wat fijngesneden tijm. Bak het gehakt rul, proef, kruid bij enzo meer. Daarna voeg je de halve liter tomatensaus toe en laat dit nog een half uurtje pruttelen op het vuur.

Als laatste maak je de, toch wel enigszins aparte, bechamelsaus. Het viel mij op dat er behoorlijk veel boter en bloem wordt gebruikt, namelijk van elk 80 gram terwijl ik meestal niet meer dan 50 gram gebruik. Maar goed, ik volgde het allemaal precies op.

Warm in een steelpannetje 500 ml melk op met drie laurierblaadjes. Wanneer de melk tegen de kook aan komt, zet je de pan van het vuur. Verhit tegelijkertijd 80 gram boter in een diepe pan waaraan je 80 gram (gezeefde) bloem toevoegt. Goed roeren, laat het mengsel een beetje pruttelen en voeg een theelepel vers geraspte nootmuskaat en een afgestreken theelepel kaneel toe. Schenk al roerend scheutje voor scheutje de warme melk erbij (laurierblaadjes kun je weggooien) tot je een mooie dikke saus hebt. Even door laten pruttelen en van het vuur afhalen. Breng de saus met veel zwarte peper op smaak. Terwijl de saus een beetje afkoelt, verkruimel je 200 gram feta. Doe de feta met 250 Griekse yoghurt bij de bechamelsaus en roer alles goed door.

Na al deze exercities kun je eindelijk de ovenschaal invetten, bekleden met een laag aubergines, een laag gehaktsaus, aubergines, laag gehaktsaus, aubergines, laag gehaktsaus, etc. Als laatste stort je de bechamelsaus over het gehakt en laat je de schaal een uur in de oven op 180 graden staan. Dek eventueel af met aluminiumfolie indien de bovenkant veel te bruin dreigt te kleuren.

Erg lekker met frisse bladsla of tomatensalade en een goed stuk brood. Bon appetit!  En, oh ja, nog een tip: eet de moussaka niet loeiheet maar iets afgekoeld, dat smaakt echt lekkerder.



25 augustus 2012

Gepocheerde kip met salsa verde



Het augustusnummer van de Allerhande ging mee in de reistas naar Italië. Niet dat we daar in culinair opzicht inspiratieloos zouden zijn, maar voor 'je weet maar nooit of er iets leuks in staat'. En verhip: het volgende eenvoudige recept uit de Allerhande werd gemaakt en door iedereen goed gekeurd.

Vul een pan met water en doe daar goede bouillonblokjes en breng dit aan de kook. Voeg 1 of 2 dikke kipfilets toe (uiteraard afhankelijk van het aantal eters) en zet het vuur laag en laat de filets 2 minuten tegen de kook aan staan. Haal de pan van het fornuis en laat de filets in de bouillon afkoelen.

De salsa verde maak je van 3 ansjovisfilets, 1 teen knoflook, 6 eetlepels olijfolie, 2 eetlepels kappertjes, een handvol basilicum en net zoveel peterselie. Je kunt voor een dunne saus opteren door dit allemaal in de blender te gooien of voor een iets dikkere saus door alles fijn te hakken en vervolgens mengen met de olijfolie. Voeg eventueel een lepel bouillonvocht toe en wat peper.

Ik ben nooit zo van de kipfilet maar op deze wijze bereiden, levert een super mals stukje kip op. Voor herhaling vatbaar dus.

15 juli 2012

Koken uit De Free Range Cook (salade met biet en rucola)

Vandaag besloot ik het voor mij nog onbekende kookboek van Annabel Langbein op een willekeurige pagina open te slaan en het daarop getoonde recept te maken. Blij dat ik het boek opensloeg op de pagina van de  salade van geroosterde biet met rucola. Ik had namelijk nog een mooie rode biet in de koeling liggen, maar ook blij omdat het niet de krokante varkensbuik voor zes personen was of iets dergelijks.


De Nieuwzeelandse Annabel Langbein kookt puur, eenvoudig en zonder fratsen:  'centraal staat een "minimalistische benadering" van eten en koken, waarbij de nadruk ligt op creativiteit, verse producten, gemeenschapszin en de kunst om in het hier en nu te leven, te genieten wat de vier seizoenen ons te bieden hebben'.

Dat resulteert in recepten als: chili-jam, pijlinktvis met vijfkruidenpoeder, spieringbeigneits, couscous met druiven en cranberry's of een geroosterd varkensribstuk met venkel, ui en appel. Allemaal aantrekkelijke en zeer gevarieerde gerechten die je prima zelf kunt maken.

De salade met bieten is ook een makkie alhoewel hier wel rekening moet worden gehouden met de oventijd die de bieten nodig hebben. Maak dit recept dus niet op een maandagavond met de verwachting dat je binnen het half uur aan de maaltijd zit.



Je hebt voor zes personen nodig: 4 geschilde middelgrote verse bieten in partjes gesneden, 4 eetlepels goede olijfolie, 1 eetlepel bruine suiker, 1 eetlepel balsamicoazijn, zout en peper, 200 gram rucola, 1 handvol jonge bietenblaadjes (alternatief: jonge en gemengde slasoorten), sap van 1 citroen, 135 gram geroosterde amandelen (ik gebruikte geroosterde amandelschaafsel), 120 gram verkruimelde feta.

Bereiden:
Verwarm de oven voor op 180 graden en leg de stukken rode biet in een ovenschaal en meng vervolgens twee eetlepels olijfolie, de basterdsuiker en de balsamicoazijn daar goed doorheen. De bieten moeten in een laag in de schaal liggen, overigens. Zet de schaal ongeveer 45 minuten in de oven (gewoon even checken of de bieten zacht genoeg zijn) en laat ze daarna afkoelen.

Voor mij was het overigens nieuw om de rauwe biet eerst te schillen en dan in de oven te garen. Ik stop de biet altijd in een aluminiumpakketje in de oven en pel de biet later.

Meng de sla en rucola met het citroensap en de olijfolie (ik vind het veel: het sap van een hele citroen, dus daar was ik wat minder royaal mee) en verdeel dit over de borden (in dit geval dus 6). Verdeel de afgekoelde bietenpartjes en bestrooi elk bord met de feta en amandelen.

Een prima salade en weer een aanvulling op het 'koken-met-bieten-repertoire'.

De Free Range Cook - Pure gerechten uit Nieuw-Zeeland
Annabel Langbein
Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum
ISBN: 978 90 773 3026 5
€ 34, 99


22 juni 2012

Groentenstoofpot uit de Provence



Dit gerecht eet ik al sinds de jaren ’80. Geïntroduceerd door jeugdvriendin Colette. Haar moeder bivakkeerde ooit, in een ver verleden, een tijdje in Frankrijk en schotelde ons af en toe gerechten voor die zij daar had leren kennen en koken. Dat vond ik destijds als puberale blaag best een beetje uitheems. Nu ik er zo over nadenk: sinds wanneer kan je hier eigenlijk aubergines krijgen? Het staat me niet meer bij.

In ieder geval, zoals ik het nu nog regelmatig maak zal vast afwijken van de eerste, oorspronkelijke versie van de moeder van Colette. Vaag staat me nog iets bij dat er, behalve uitgebakken spekblokjes, ook ham of gehakt werd gebruikt. Dat doen we dus niet meer! We aten dit met stokbrood en de schotel werd geserveerd met geraspte kaas of soms met een spiegelei (!?). Ook dat laatste hoeft niet. Dat brood wel: dat vind ik lekkerder dan dat er rijst of pasta erbij gegeven wordt. Het is vast niet authentiek maar wel makkelijk en lekker. En oh ja, ook gezond volgens mij. 

Voor een pan eten heb je de volgende ingrediënten nodig:

250 gram magere spekblokjes
2 grote gesnipperde uien
2 gele paprika's
2 courgettes
2 aubergine
6 vleestomaten, ontveld en in stukken of 2 blikken gepelde tomaten
2 tenen knoflook uit de knijper
kruiden als laurier, rozemarijn, tijm, oregano
rode wijn (of een combinatie van wijn en bouillon)
zout en peper.

Snij de paprika's, courgettes en aubergines in ongeveer gelijke stukken. Niet te klein maar ook niet bonkig groot. Ondertussen bak je de spekjes uit tot lekker krokant. Let wel op: de biologische spekjes van de Appie en consorten zijn net zo vochtig en sompig als de foute variant en bakken evenmin lekker goed uit. Doe eens gek en koop de spekjes bij de bioslager: een wereld van verschil.

Voeg vervolgens de uien toe en bak een minuutje of twee mee. Daarna doe je in volgorde de gele paprika, courgette en aubergine in de pan en bak elke groente even goed aan voordat je de volgende groentensoort erbij doet. Eindig met de ontvelde of ingeblikte tomaten. Nu gaan de knof, kruiden, zout en peper erbij. Die kruiden doe je gewoon een beetje op gevoel. Daarna schenk je de wijn in de pan, net zoveel tot alles bijna onderstaat. De laatste paar keer heb ik ongeveer een derde van de wijn vervangen door bouillon en dat bevalt me eigenlijk net iets beter. Dit is dus alles; laat de pan op laag vuur een uurtje staan. Serveer de groentenstoof in diepe borden, al dan niet bestrooid met goede geraspte kaas en lekker veel brood om door het vocht te halen. Sla erbij en je hebt een geslaagd zomers avondmaaltje voor vier personen. Daarbij mag een fles rode wijn natuurlijk niet ontbreken!

17 juni 2012

Verse kapucijners!



Ze zijn er weer: verse kapucijners! Sinds ik het recept van Mr. Ooijer heb ontdekt, maak ik standaard een keer per jaar zijn overheerlijke salade. Ik zou zeggen, probeer het ook een keer. Het is namelijk echt de moeite waard.

29 april 2012

Chilled Cheesecake


Met deze taart imponeer je niet alleen kleine prinsesjes, 'Hello Kitty-fans' en Barbie-meisjes maar ook volwassenen. Gewoon omdat de taart, anders dan de kleur doet vermoeden, fris en niet al te zoet is.

De taart serveerde ik als nagerecht tijdens een 'All American Lunch'; het voorgerecht was een Caesar Salad, het hoofdgerecht Jambalaya. Ik had, vermoed ik, een te grote springvorm omdat de aangehouden hoeveelheid voor de taartbodem niet toereikend was. Gelukkig had ik een extra rol 'Oreokoekjes' ingeslagen zodat het toch nog allemaal goed kwam.

Je hebt nodig: 1 rol Oreo, 30 gram gesmolten boter, 3 blaadjes gelatine, 375 gram frambozen (vers of uit de diepvries van de super), 1 zakje vanillesuiker, 125 ml slagroom, 4 eetlepels suiker, 125 crème fraîche, 250 gram mascarpone, 4 eetlepels bietensap. Verder heb je een springvorm met doorsnee 22 cm, staafmixer of keukenmachine en bakpapier nodig.

Je maalt de koekjes in de keukenmachine fijn en voegt daaraan de boter toe. Je kunt natuurlijk ook de koekjes in een plastic zak doen en met een deegroller de koekjes tot gruis pletten. Dit mengsel gaat in de met, bakpapier beklede, springvorm die je vervolgens in de koelkast zet.

Vervolgens week je vijf minuten de gelatineblaadjes in koud water en pureer je de frambozen met het zakje vanillesuiker. Verhit 5 eetlepels van de frambozenpuree in een steelpannetje en voeg daaraan de geweekte en goed uitgeknepen gelatineblaadjes toe. Goed doorroeren tot de gelatine geheel is opgelost. Voeg dit aan de koude puree toe.

Daarna klop je de slagroom stijf met de 4 eetlepels suiker en voegt vervolgens de (los geslagen) mascarpone en crème fraîche, de frambozenpuree, 4 eetlepels bietensap toe. Goed doorroeren tot alles egaal roze is. Schep dit mengsel op de taartbodem en laat de taart minimaal 3 uur in de koelkast staan. Twee dagen later is de taart ook nog zeer smakelijk!

23 maart 2012

Selexyz

Ruim zes jaar geleden liep ik met Cochon & fils onder mijn arm. Een prachtkookboek over varkensvlees. Was Nederland daar wel klaar voor? Want tja, de reputatie van varkensvlees... . Het was destijds een hoofdbrekertje. Wat ik dan deed, mede op verzoek van de uitgever, is advies inwinnen bij dé specialisten. Is er wel of geen markt voor? Ik stapte dan steevast naar enkele Selexyzwinkels om het boek bij de inkopers van kookboeken, neer te leggen. Wat vind je er van, kunnen we 3000 exemplaren wegzetten binnen twee jaar en wat mag het dan kosten?

Ik beweer niet dat de adviezen altijd doorslaggevend zijn, maar we nemen ze tot op de dag van vandaag absoluut serieus. De vertaling van Cochon & fils, Van het varken, heeft drie drukken gekend en na zes jaar, deze winter, was de loop er dan toch uit. Restanten van de derde druk kunt u bij V&D en De Bijenkorf voordelig kopen voor om en nabij een tientje.

Maar de vakmensen in boekenland hè, die gasten die absoluut een neus hebben voor goede (kook)boeken, hebben dan toch gisteren te horen gekregen dat hun bedrijf surseance van betaling heeft aangevraagd. De keten kan de salarissen en winkelhuur niet meer betalen. Hoofdoorzaak is boekverkoop op internet, zo lees ik in de summiere berichtgeving.

Het geeft mij te denken. Bijna nergens anders is het aanbod zo groot en mooi. Kleine prijsjes, grote prijzen. Prachtige buitenlandse uitgaven die je bijna nergens anders ziet. Koploper en boegbeeld, de nek uitsteken door de eerste (peperdure) Engelstalige kookboeken van Ferran Adria (elBulli) te importeren en in stapels neer te leggen.

Het zijn nog steeds drukbezochte winkels maar een gedeelte van het publiek kijkt, bladert en snuffelt om vervolgens op internet boeken te bestellen. Want waarom zou je met twee kilo boeken over straat lopen als het de volgende dag, mits vóór 22.30 uur 's avonds besteld, keurig aan huis bezorgd wordt. Ik weet echt niet hoe het afloopt of verder gaat met Selexyz maar een ding is zeker: de Selexyzfilialen zijn een bron van inspiratie en het zou doodzonde zijn dat in de toekomst te moeten missen.

Op de foto: Selexyz Dominicanen te Maastricht (copyright MyModernMet), verkozen door FLAVORWIRE tot een van de 20 mooiste boekhandels ter wereld. Ja jullie lezen het goed, ter wereld dus. Dat willen we toch graag zo houden? Aan mij ligt het in ieder geval niet.

17 maart 2012

Het kookboek van mevrouw Maigret

Ja, sorry voor mijn onbetrouwbaar bloggedrag. Ik wilde wel maar had er tegelijkertijd toch geen zin aan. Waarom? Geen idee! Niet dat er niets te vermelden valt. Ik had kunnen schrijven over salades met parelgort of over dim sums. Of over het gebruik van agavesiroop in plaats van verantwoorde rietsuiker in de koffie. En over de vraag aan jullie hoe de lokale politiek iets kan betekenen voor Amsterdamse obese kinderen. Maar helaas, het kwam even de pen niet uit.

Dit kookboekje trof ik tweedehands aan en kon de verleiding niet weerstaan. Ik ken Maigret eigenlijk niet zo goed, althans: qua 'beroemdheid' wel maar ik kan me niet heugen ooit iets van Maigret gelezen te hebben. Zo'n dertig jaar geleden, toen de term 'literaire thriller' nog bedacht moest worden teneinde het genre naar, soms, eenzame hoogten te tillen terwijl tegelijkertijd ellendige uitwassen als het amechtig proza van Saskia Noort kans kregen, was het niet echt bon ton om spannende boekjes te lezen.  Al dan niet literair. Waarschijnlijk weten nu weinig mensen (ik dus niet!) dat in het leven van Maigret eten een grote rol speelt, in huize Maigret lekker gekookt werd en het echtpaar regelmatig restaurants frequenteerde.

Naar aanleiding van passages uit de Maigret-deeltjes is dit boekje ontstaan. Klassiekers uit de Franse keuken, wat dat betreft biedt het misschien niets nieuws maar kun je dit beschouwen als een oerdegelijk werkje van Robert Courtine die ooit het destijds befaamde kookboek De echte Franse keuken schreef. Misschien niet zo interessant, daar ging het mij ook niet om. Ik kocht het natuurlijk vanwege de fijne illustratie van Dick Bruna.