30 april 2010

Broodje shoarma

In de 24-uurseconomie van Amsterdam zijn de meeste Albert Heijnfilialen gewoon open op Koninginnedag. En gelukkig maar want wat zou je op deze druilerige 30 april. Liever in de keuken prutsen dan in de motregen naar zeiknat aangeboden huisraad turen of er nog wat van mijn gading bij ligt.

Albert Hein dus. En wat zag ik vanochtend in de bonusaanbieding aldaar? Familiebakken shoarmavlees. Voor een prikkie natuurlijk. Jakkie! Ik heb zolangzamerhand ruime ervaring met het (varkens)vlees van Albert Heijn en ik kan jullie voorspellen dat dergelijk vlees eenmaal in de pan niet bakt maar kookt vanwege de grote vochthuishouding. Trouwens, shoarma van varkensvlees? De knoflooksaus lag natuurlijk gebroederlijk naast de bakken bonusvlees maar waar waren de voorverpakte pitabroodjes? Op! Op? Hè? Leuk hoor die bonusaanbieding maar zonder pitabroodjes geen broodje shoarma.

En toch jeukte het: een heerlijk broodje shoarma op Koninginnedag. Jammie! Ik heb uiteindelijk lamsvlees, een potje shoarmakruiden, die knoflooksaus en de heerlijk obligate ijsbergsla gekocht. Want ergens in mijn achterhoofd wist ik dat ik een tijdje geleden op een van mijn favoriete blogs het recept voor pitabroodjes voorbij heb zien komen.

En jawel: met mijn geheugen is helemaal niets mis en trefzeker surfde ik naar Excellent-eten. Alle ingrediënten voor de pitabroodjes had ik gewoon in huis en zodoende knutselde ik mijn eigen broodje shoarma in elkaar. En het is inderdaad waar dat de zelfgemaakte pitabroodjes een stuk luchtiger en lekkerder zijn.

Nieuwe oogst krieltjes


Bij mijn groenteboer zag ik deze krieltjes liggen. Perfect bij de witte asperges natuurlijk. Die gingen dus mee de tas in. Maar het waren er wel veel te veel. De afgelopen dagen heb ik allerlei varianten krieltjes gegeten. Gewoon gekookt en in de schil opgegeten, al dan niet bestrooid met peterselie; of gekookt, in schijfjes gesneden en daarna opgebakken. En gisteren maar eens een ovenvariant geprobeerd: doormidden snijden, in schaal leggen, besprenkelen met olijfolie, grof zeezout erover, takjes rozemarijn er tussen gelegd en in de oven op 200 graden zo'n 40 minuten gebakken. Hoe dan ook: het blijft gewoon lekker en verveelt niet.

25 april 2010

Noordwijk aan Zee: Hotel Zonne

Vrijdagmiddag togen wij naar Noordwijk aan Zee om een avond en de gehele volgende dag door te brengen in Hotel Zonne. Niet omdat we zo graag de bloemencorso van Noordwijk wilden bijwonen, niet omdat we graag naar het strand wilden -dat wilden we natuurlijk wel met het mooie lenteweer- maar omdat er werk aan de winkel was. Hotel Zonne biedt goede vergaderaccomodatie, vandaar de keuze.


De slaapkamers zijn proper, het personeel attent, de vergaderruimte wat kil -maar dat noopt tot harder doorwerken- en het eten was wat je van een gemiddeld hotel kan verwachten. Zeker niet slecht maar opzienbarend is het ook niet.

Vrijdagavond nuttigden we een voorgerecht van grijze garnalen die wat flauw smaakten, aangemaakt met hier en daar een kappertje en een dunne cocktailsaus. Als hoofdgerecht een kalfsoester die net iets doorgeslagen was maar absoluut nog met het mes makkelijk hanteerbaar. Dit gegarneerd met gedroogde prosciutto op een bedje van groene asperges en een paar champignons. Toe: een heerlijk chocoladetaartje met slagroom.

Zaterdagochtend het reguliere ontbijtbuffet. Alleen jammer dat een van de gasten had geklaagd dat de eitjes te zacht waren gekookt. Prompt werden alle eieren weggehaald en niet meer vervangen door een nieuwe lading kogelharde eitjes. Mag ik trouwens zelf weten of ik mijn ei te zacht vind?









De lunch was een merkwaardige. Als voorafje kregen we een taco gevuld met kip en chilisaus. Daarna moesten we het doen met een bijna exacte kopie van het ontbijtbuffet, aangevuld met sla en tonijn- en eisalade. Na al het harde werken waren we om 16.00 uur klaar en restte ons nog een snack met een borrel op het terras. Twee mini-hamburgertjes op brood. Best geinig!

Onder ons een niet zo'n principiële vegetariër. Dat resulteerde in een tamelijke eenzijdigheid op zijn bord: iets met mozzarella, iets met mozzarella, alweer mozzarella en verhip, hoe verrassend, nogmaals mozzarella. Bij accomodaties als deze is het dus beter om principieel dergelijke zachte 'principes' aan de kant te zetten.

En natuurlijk hebben we ook nog een strandwandelingetje gemaakt. De kuststrook van Noordwijk is best aardig op dat vreselijk groteske Huis ter Duin na dan.

19 april 2010

Buiten eten!

Onszelf uitnodigen op volkstuincomplex Lissabon te Amsterdam Sloten bij vrienden -nee hoor: we regelen álles zelf, jullie hoeven níets maar dan ook écht níets zelf te doen, zélfs de afwas niet- leverde een genoeglijke middag op. Het is lente, ja! En dan blijf je niet hangen op een hoog achter als je vrienden hebt, die dachten deze zondag flink aan de slag te gaan in hun volkstuin. Brutaal dat wel, maar uiteindelijk trakteerden we op pasteitjes met spinazie en geitenkaas, brood, worstjes, pasta alla puttanesca, salade Niçoise en een lekkere appeltaart toe. En onze 'rose' vriendjes dobberden vrolijk in de vijver.

18 april 2010

Iets uit Niets: spaghetti alla puttanesca



















In het kader van het 22e Foodblogevent, ditmaal in handen van Klary Koopmans, is hier mijn bijdrage aan 'Iets uit Niets'. Ik moet jullie eerlijk bekennen: dit recept is niet uit mijn creatieve brein ontsproten maar ben er toevallig achter gekomen dat ik altijd de ingrediënten voor deze overheerlijke pastasaus in huis heb. Vier onverwachte mee-eters? Geen probleem! Tien trouwens ook niet want ik heb altijd meer dan 1 blik gepelde tomaten en ansjovis in huis.

In de vriezer ligt altijd peterselie, de oregano groeit en bloeit op het balkon en al zou ik gebrek aan verse hebben: gedroogde ligt altijd op voorraad. Kortom: dit is mijn ultieme recept voor mocht ik geen boodschappen willen of kunnen doen, onverwachte tafelgenoten hebben of als ik geen zin heb om lang in de keuken te staan. Dit gerecht staat namelijk binnen 15 minuten op tafel en is dus ook uit praktische overwegingen beslist de moeite waard.


Wat heb je nodig voor vier personen?
400 gram spaghetti, 1 blik gepelde tomaten, 1 rood fijngesneden pepertje, twee tenen knoflook, 1 fijngesnipperde ui, 1 eetlepel verse fijngesneden oregano of 1 theelepel gedroogde, 2 eetlepels gehakte platte peterselie, de inhoud van 1 blikje ansjovisfilets fijngesneden, 100 gram zwarte olijven in ringetjes gesneden, 1 eetlepel kappertjes, zout, peper en 2 eetlepels olijfolie.

Bereiden:
Fruit in een pan op laag vuur ongeveer vijf minuten de rode peper, ui en knoflook in olijfolie. Voeg daarna de fijngesneden ansjovisfilets toe en roer goed door. Voeg de gepelde tomaten, olijven, kappertjes en oregano toe en laat de saus ongeveer 10 minuten op laag vuur sudderen. Voeg peper en heel eventueel zout toe (de ansjovisfilets zijn zelf natuurlijk ook behoorlijk zout). Kook ondertussen de pasta volgens gebruiksaanwijzing al dente en giet af. Verdeel de spaghetti over vier borden, schep de saus er bovenop en garneer met platte peterselie.


Overigens verschijnt in augustus het kookboek 'Haal meer uit je kast' van Tal Maes. Voor iedereen die niet weet wat je nog meer kan doen met een aangebroken potje currypasta dat ooit is aangeschaft voor een bepaald recept.

17 april 2010

Brasserie van Baerle


Kok in ruste, vriendin Petra, deed me de genereuze uitnodiging om bij haar ex-werkgever Brasserie van Baerle een avond door te brengen. Daar zeg ik geen nee tegen! Wauw zelfs. Tot nu toe heb ik hier altijd tot grote tevredenheid gegeten. De brasserie doet gelukkig niet aan conceptuele heroverwegingen teneinde de financiële crisis het hoofd te bieden en blijft vasthouden aan haar goede brasseriekeuken met allure. Vooraf genoten wij van een plak ganzenlever met daarbij gezouten brioche. Vervolgens kregen we de geroosterde coquilles met pastinaak, rode biet en peterselie-olie (zie de foto). Als hoofdgerecht aten wij tarbot met bearnaisesaus en venkel uit de oven. Allemaal verrukkelijk. Op het kaasplankje toe lag een Italiaanse kaas die we beide, en we zíjn kaasliefhebbers, werkelijk niet te pruimen vonden. Zuur en scherp. De naam van de kaas ben ik even kwijt. Dat was het enige minpuntje van deze uitstekende maaltijd. Per gerecht dronken we een bijpassende wijn -de wijnkaartis het paradepaardje van de brasserie- en verlieten we meer dan tevreden het pand.

10 april 2010

Exotisch gevogelte

Even heel iets anders. Sinds een jaar of twintig hebben papegaaien, of beter gezegd halsbandparkieten, domicilie gevonden in het Vondelpark te Amsterdam. Er doen uiteraard allerlei verhalen de ronde hoe deze grote, uit Azië afkomstige, vogels in hemelsnaam in het park terecht zijn gekomen. Artis zou de parkieten af en toe uit hebben laten vliegen in de veronderstelling dat ze immer terug zouden keren naar hun honk. Of het oude vrouwtje dat vlak voor haar overlijden haar twee huisdiertjes los zou hebben gelaten en de buurman de boodschap mee hebben gegeven om de vogels af en toe bij te voeren.

Welnu: 20 jaar later staat de teller op 600 halsbandparkieten waarvan er 200 per jaar nieuw kroost uitbroeden. Alles leuk en aardig maar het Vondelpark blijkt te klein en met steeds hogere frequentie zit zo'n schreeuwlelijkerd in mijn (nou ja, van mijn onderburen) Japanse kers. Wat een kolereherrie maakt zo'n vogel. En is het een aanlokkelijk idee dat een deel van de parkietenkolonie onze binnentuinen bezet? Al observerend constateer ik dat in ieder geval de duiven zich geen bal aantrekken van deze exoten. Maar waar zijn de meesjes gebleven?

Met de vraag wat te doen met de Vondelparkparkiet, pak ik het het alleraardigste werkje 'Rond de tafel der Romeinen' van Patrick Faas uit de kast. Het boek geeft een prachtig beeld van de Romeinse eetcultuur. Flamingo, ibishersentjes, in rode wijn verzopen muizen: de Romeinen deinsden nergens voor terug. Op pagina 396 vind ik eindelijk een recept voor de bereiding van flamingo of papegaai. Patrick Faas merkt hierbij op dat het merkwaardig is dat een papegaai een zelfde bereiding kent als een flamingo maar erkent tegelijkertijd dat Apicius meer ervaring had met het eten van deze vogelsoorten dan wij.

Voor flamingo: Pluk de flamingo, was hem, bind hem op en doe hem in een ketel. Doe er water bij, dille en een beetje azijn. Als hij halfgaar is doe je er een bundeltje prei met koriander bij en kook die mee. Als hij gaar is voeg je defrutum* toe om te kleuren.
Maal in een vijzel: peper, komijn, koriander, laserwortel, munt, wijnruit. Meng. Doe er azijn bij en een dadel. Giet er ook wat van de bouillon bij. Doe dit in een ketel, bind met amulum**, giet de saus over de vogel en dien op. Op dezelfde manier bereid je papegaai.
(Ap. 234)

* wijn of most, welke tot de helft is ingekookt
** bindmiddel op basis van tarwe

Nu weet ik dat de gemeente voor wat betreft dierenwelzijn, goede afspraken tracht te maken over het verwijderen van overlastgevende dieren zoals ganzen. Daarbij hebben diervriendelijke methoden uiteraard de voorkeur. Bij deze dus een suggestie om de halsbandparkieten tenminste niet zinloos te verwijderen.

5 april 2010

Puree van pastinaak


De lamsboutjes huppelen en dartelen weer in de wei. Schattig doch ook smaakvol. Bij een mooi stukje lamsvlees vind ik pastinaakpuree een van de lekkerste bijgerechten. Sowieso vind ik pastinaakpuree erg lekker. Pastinaken worden gelukkig weer meer aangeboden dan zo'n tien jaar geleden. Ik heb ook het idee dat weer meer groentenboeren zich verdiepen in het enorme groentenaanbod en er meer variatie is. Gelukkig maar, we hoeven niet meer 10 kilometer om te rijden voor een paar pastinaken.

Voor dit recept (circa 4 personen) heb je nodig:

- 1 kilogram pastinaken
- 4 takjes tijm
- 1 eetlepel Dijon-mosterd
- 50 gram boter
- 2 eetlepels crème fraîche
- een beetje nootmuskaat
- zout en peper.

Schil de pastinaken en snij ze in grote stukken. Doe de stukken, met de takjes tijm en wat zout, in een pan met ruim water. Laat dit aan de kook komen, draai het vuur iets lager en laat de pastinaken plusminus 20 minuten koken. Als je met de vork er doorheen kan prikken zijn ze gaar. Gooi de takjes tijm weg en blender de pastinaakpuree met de overige ingrediënten tot een smeuïge massa. Voor een echt fluweelzachte puree, draai ik de pastinaken door een passe vite. Proef en voeg eventueel nog zout en peper toe.

3 april 2010

Hartige taartjes met raapstelen en munster

Vandaag vroeg RJ zich af of ik me soms verveelde. Aanleiding was de vandaag eerder geposte 'Pluk de dag'. Nu vind ik dit een prachtgedicht en gaat toch ook, een beetje dan, over eten: namelijk dat de deksel van een middelgroot potje marmite ook past op een klein potje Heinz sandwichspread. Nu nuttig ik beide producten niet, maar dit terzijde.

Nee, vervelen deed ik me niet alhoewel ik wel steeds met een grote zucht naar buiten keek en constateerde dat het nog steeds regende of nog erger, een megahagelbui, me ervan weerhield nog wat boodschappen te doen. Uiteindelijk kwam ik, tussen de buien door, met raapstelen en munster thuis om een nieuw recept te testen dat ik uit het boek Zoete & hartige heerlijkheden had gevist.

Dit is het oorspronkelijke recept, waarbij ik moet vermelden dat je volgens recept maar liefst een kilo raapstelen nodig hebt, wat ik rijkelijk veel vond om 6 kleine hartige taartjes te maken. Na overleg met de groentenboer heb ik dit teruggebracht naar 500 gram en dat paste precies in de vormpjes.

Nodig: 500 gram raapstelen (1 kilogram mag ook hoor), 1 theelepel zout, 6 plakjes bladerdeeg, olie om siliconen muffinvorm voor 6 stuks in te vetten, 1 teentje knoflook, 1 middelgrote ui, 1.25 deciliter slagroom, 1.25 deciliter volle melk, 3 eieren, mespunt kerrie, versgemalen peper, 1 losgeklopte eidooier en 200 gram munsterkaas.

Breng in een grote pan water met een half theelepeltje zout aan de kook en laat de plakjes bladerdeeg ontdooien. Was ondertussen de raapsteeltjes goed schoon. Het is altijd lullig om zand tussen de tanden te hebben. En zeker met een recept als dit: dit serveer je natuurlijk aan je bezoek en dan is het zeker lullig zo niet pijnlijk. Leg de raapsteeltjes in het kokend water en laat ze 1 tot 2 minuten koken. Het recept zegt 2 minuten, ik deed 1 minuut. Laat de raapstelen uitlekken in een vergiet en het liefst met een zwaar voorwerp op de raapstelen zodat ze echt zoveel mogelijk vocht verliezen.

Verwarm de oven voor op 190 graden en bekleed de met olie ingevette muffinvorm met de bladerdeegplakken waarbij het deeg plusminus een centimeter over de randjes moet hangen, de rest wordt weggesneden. Vervolgens snij je het teentje knoflook en de ui ragfijn en dit vermeng je met de raapstelen die je, uitgelekt, ook wat fijner hebt gesneden. Schep het raapstelenmengsel in de vormpjes. Klop de slagroom, melk, eieren, kerrie, halve theelepel zout en peper goed door elkaar en giet dit op de raapsteeltjes tot net onder de rand van de muffinvorm. Sla de overhangende puntjes bladerdeeg terug en bestrijk de bladerdeegdakjes met de losgeklopte eidooier. Zet de vorm in de oven en bak in 25 minuten de taartjes gaar. Leg op ieder taartje een stukje munster (ook hier: 200 gram op zes kleine taartjes is rijkelijk veel) en bak de taartjes nog 5 minuten. Laat de taartjes een tien minuten afkoelen voordat je ze uit de vormpjes haalt.

En, wat vond ik er van? Raapstelen en munster zijn vriendjes van elkaar: een lekkere combinatie. Ik heb zowel een taartje geproefd zonder munster als met: zonder is beduidend minder lekker. Verder vond ik het slagroommengsel iets te flauw en zou voortaan een ietsjepietsje meer kerrie, veel meer peper en, toch ook, zout er doorheen gooien. Of misschien kleine stukjes munster aan de vulling toevoegen alhoewel ik niet weet hoe deze kaas zich gedraagt als het 25 minuten in de oven staat. En ik vraag me ook af: waarom gaan de raapstelen niet rauw de vormpjes in? En nogmaals, 200 gram kaas is echt te veel. Nu vind ik dit geen straf want die kaas is hier zo op.


Pluk de dag

2 april 2010

Spinaziesalade met warme dressing
















Erg smaakvol, al zeg ik het zelf. Gewoon weer zo'n eenvoudig bijgerechtje dat regelmatig op tafel gezet wordt. Verwarm vier eetlepels olijfolie samen met twee in dunne schijfjes gesneden knoflooktenen in een pannetje. Als de knoflook een beetje begint te verkleuren voeg je een halve rode peper, in dunne schijfjes gesneden, toe. Voeg direct daarna het sap van een halve citroen en drie eetlepels water toe en klop dit goed door tot een mooie dressing. Meestal laat ik deze dressing een tijdje staan zodat de smaken beter kunnen intrekken. Vlak voor het opdienen verwarm ik de dressing en voeg daar peper en zout aan toe en meng het door 200 gram jonge bladspinazie. Simpel toch?